zondag 2 januari 2011

De canon van 2010

















1/ Johann Wolfgang Goethe, Affiniteiten (vertaling: Ria van Hengel)
Magistrale nieuwe vertaling van 'Die Wahlverwandtschaften'. Merkwaardig moderne roman; beroezende leeservaring.

2/ Piet Meeuse, Koorddansen op schrikdraad
Ultrakorte essays vol stilistisch vernuft en passie (=lijden...): 'Het is beter te weten dat je iets gelooft dan te geloven dat je iets weet.'

3/ Louis Paul Boon, Eros en de eenzame man
Een gewaagd-geslaagde synthese tussen goorheid en poëzie: kan dat (nog), mag dat (nog)? Onthutsend actueel.

4/ Jacob Groot, Divina Noir
Poëzie van het grote gebaar, wat barok, overdreven soms, maar ook averechts en botsend met dé taal.

5/ W.G. Sebald, Campo Santo
Elke snipper van deze grootmeester is de moeite; wat precieus, maar toch: wat een heerlijk-meanderende zinnen. Sebald is hard voor zichzelf en voor Duitsland.

6/ Robert Wellagen, Verre vrienden
Jonge literatuur uit Nederland: fris en bizar, vol laconieke leegte. Zou kunnen passen in de Minuit-stal.

7/ Eugène Savitzkaya, Fou trop poli
Mijn Frans schiet tekort om alles te begrijpen, maar toch heb ik het gevoel: dit moet dringend vertaald worden (er is überhaupt weinig vertaald van dit genie uit Wallonië): 'Le fou se remet au mensonge. Il songe. Le fou se remet au roman. Et remet ça, par pur plaisir. Qu'est-ce que la prose? La goutte goutte. Les rats forniquent et sont niqués. Voilà la prose.'

8/ Simon Garfield, Just my Type
Mooi uitgegeven boek over 'typografische dingetjes': over Gill en Comic Sans, over readibility en legibility, over Gutenberg en Ikea... Voor leken en professionelen een aanrader.

9/ Arjen van Veelen, Over rusteloosheid
Een jong classicus die relativerend en badinerend schrijft over de oudjes. Maar ook over zijn strapatsen met internet, Facebook etc. Een onderzoek naar de eigen onrust: 'Wie overal is, is nergens.' (Seneca).

10/ Joke van Leeuwen, Toen mijn vader een struik werd
Lees het begin van het boek en je bent verkocht: 'Toen mijn vader een struik werd, woonden we ergens anders. Ik dacht in die tijd nooit dat het daar ergens anders was. Het was overal ergens anders, behalve waar we woonden.'